Cantharellus cibarius
In Nederland vaak verward met de Cantellen, vandaar altijd ook de latijnse benaming...
Girolle, Chanterelle jaune en Chanterelle grise zijn dus drie verschillende soorten wilde paddentoelen.
Het is de boswachter waarop je kunt rekenen! Met een bijna jaarlijkse aanwezigheid 11 van de 12 maanden.
Het is een uitstekende eetbare, smakelijke en veelgevraagde wilde paddenstoel, die op verschillende manieren kan worden verwerkt: rauw in een salade met een vleugje olijfolie en citroen, gebakken als bijgerecht bij vlees / vis of gedroogd.
Hij moet alleen wel zorgvuldig worden voorbereid, eerst door onderkant van de voet op de plukplaats te verwijderen om een minimum aan vuil/zand te houden. Maak vervolgens de hoed en vooral de plooien schoon, vaak vastgezet met vuil en twijgen, idealiter zonder de paddenstoel (borstel) nat te maken.
De aangenaam fruitige geur is vergelijkbaar met die van abrikoos, de smaak is zoet, soms een beetje scherp in de rauwe staat.